Lesvoorbereiding
Leerdoelen
Begrippen
Tips
- Je kunt uitleggen hoe producenten hun marktaandeel proberen te vergroten.
- Je kunt een monopolie beschrijven en herkennen.
- Je kunt de verschillen tussen volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie beschrijven en herkennen.
- Je kunt een oligopolie beschrijven en herkennen.
- Je kunt uitleggen wat een kartel is.
- Fusie
- Heterogene goederen
- Homogene goederen
- Kartel
- Marktaandeel
- Monopolie
- Monopolitische concurrentie
- Oligopolie
- Volkomen concurentie
Lesdoel
Intro
Examenonderdeel Arbeid en Productie. Als je een bedrijf hebt en je gaat de markt op, dan kom je de concurrentie tegen. De hoeveelheid concurrenten en het soort producten die je verkoopt bepaalt je strategie. Of heb je een uniek product wat zijn weerga niet kent, dan heb je de markt voor jezelf en is het net zoals het bordspel Monopolie. Dit leer je in deze les.
Uitleg theorie
Refresh your mind!
Wil je goed voorbereid naar de les of juist na de les nog even wat theorie uitleg beluisteren? Er zijn verschillende docenten die hetzelfde stuk uit je leerboek uitleggen. Kies de docent/uitleg die jij het prettigst vindt.
Planning
Les 1 – maken de basisopdrachten van deze paragraaf en nakijken (maak de herhalingsopdrachten)
Les 2 – maken deel van de rekenopdrachten, herhalingsopdrachten en plusopdrachten.
Les 3 – afronden en nakijken van de rekenopdrachten, herhalingsopdrachten en plusopdrachten.
Les 4 – examentraining en opdrachten
Zelfstandig of samenwerken
Rekonomie
Berekenen Omzet / Brutowinst / Nettoresultaat
Als een winkelier aan het eind van de dag zijn kassa bekijkt dan ziet hij (hopelijk) een goed gevulde kassalade. Maar dat is niet allemaal winst (de beloning van een ondernemer). De inhoud van de lade kan je (vereenvoudigd) berekenen door de afzet (hoeveelheid stuks verkocht) te vermenigvuldigen met de prijs.
Omzet = afzet x verkoopprijs
Bij een winkelier die één product verkoopt werkt het zo. In de praktijk verkoopt een winkelier vaak heel veel producten. In de opdrachten bereken je dus met afzet maal prijs van product A + afzet x product B etc. Of je krijgt een gemiddelde prijs die je kan gebruiken in de basis formule. Dan wil de winkelier de brutowinst berekenen. Hij zal eerst de btw moeten berekenen, dit is namelijk geen omzet enkel het geinde belastinggeld wat hij moet afdragen.
Waarde kassalade : 1,21 = (Netto) omzet
Elk product wat is verkocht zal de winkelier eerst moeten inkopen (en dat is nooit gratis).
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde
De brutowinst is het deel van de omzet die de winkelier heeft toegevoegd, maar ook hier zijn kosten gemaakt en die moeten eerst eraf.
Nettoresultaat = brutowinst - bedrijfskosten
Het nettoresultaat is het bedrag wat de winkelier verdient heeft met het draaien van zijn winkel. Als er geld overblijft is er sprake van nettowinst, moet de winkelier geld bijleggen dan is er sprake van nettoverlies.
Extra uitleg bij de theorie