- Kijk in je werkboek naar de leerdoelen, welke leerdoelen waren er.
- Samen bespreken we een aantal vragen, heb jij deze goed beantwoord.
De docent geeft aan welk leerdoel bij deze vraag hoort. - Heb jij alle vragen goed kunnen beantwoorden? Dan heb jij de leerdoelen van de vorige les behaald.
- Heb je nog niet alle leerdoelen behaald, maak dan herhalingsopdrachten (achter elk hoofdstuk).
Terugblik vorige les
Lesdoel
Intro
Je hebt iedere week wel te maken met geld. Geld maakt het makkelijk om dingen met elkaar te ruilen. Hoe je kunt betalen en waarvoor je geld nog meer gebruikt, leer je in deze les.
Wat levert deze les jou op?
- Ik kan uitleggen welke twee vormen geld voorkomen.
- Ik kan een nieuw saldo berekenen.
- Ik ken het verschil tussen directe en indirecte ruil.
- Ik kan benoemen op welke manieren je met geld kunt betalen.
Uitleg theorie
Refresh your mind!
Nieuwsgierig voor de les en wil je de begrippen al eens beluisteren, kijk dan het Pincode filmpje.
Natuurlijk kan je ook na (of voor) de les de uitleg nog eens bekijken.
Zelfstandig of samenwerken
Maak de basisopdrachten uit het werkboek.
Controleer jouw antwoorden met het nakijkboek.
- Alles foutloos gemaakt? Ga naar stap 4.
- Niet alles foutloos, ga naar stap 3.
Heb je een vraag fout? Dan de volgende stappen:
- Kijk wat er fout ging.
- Begrijp je wat er fout ging, anders vragen in de les.
- Maak de Herhaling opdracht die erbij hoort.
- Maak eventueel de vraag een paar dagen later opnieuw.
Maak de Plus opdrachten!
Rekonomie
Een nieuw saldo op een bankrekening berekenen.
Op je bankrekening wordt geld bijgeschreven als je geld op je rekening stort (ontvangsten).
Of er wordt geld afgeschreven als je geld opneemt of ergens betaalt met je pinpas (uitgaven).
Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven