Als ondernemer probeer je geld te verdienen door producten of diensten aan te beiden en deze tegen een hogere prijs dan de inkoop kosten te verkopen. Hierdoor maakt hij/zij winst en heeft dus een inkomen. Op alle producten die je koopt of verkoopt wil de overheid graag een beetje mee profiteren en vraagt dus belasting in de vorm van btw. Verkopers rekenen vaak met de omzet minus de btw omdat de btw gelijk weer doorbetaald wordt aan de Belastingdienst. Hoe een ondernemer berekent of het nettoresultaat een winst of verlies oplevert, behandelen wij deze les.
Lesdoel
Intro
Wat levert deze les jou op?
- Je weet wat de brutowinstopslag is en hoe je daarmee de verkoopprijs kunt berekenen.
- Je kunt de consumentenprijs berekenen.
- Je kunt het btw-bedrag in de consumentenprijs berekenen.
- Je kent het verschil tussen afzet en omzet en kunt de omzet berekenen.
- Je kent het verschil tussen brutowinst en nettowinst en kunt deze beide berekenen.
Uitleg theorie
Refresh your mind!
Nieuwsgierig voor de les en wil je de begrippen al eens beluisteren, kijk dan het Pincode filmpje.
Natuurlijk kan je ook na (of voor) de les de uitleg nog eens bekijken.
Begrippen in beeld
Zelfstandig of samenwerken
Planning
Les 1 – maken de basisopdrachten van deze paragraaf en nakijken (maak de herhalingsopdrachten)
Les 2 – maken deel van de rekenopdrachten, plusopdrachten en de examentraining
Rekonomie
Omzet berekenen
De omzet is wat een ondernemer in de kassalade heeft na een periode van verkopen (verkoopopbrengst). De omzet is dus het geld wat in de kassalade zit en via de pinautomaat is betaald. Dit is géén winst, de ondernemer moet de inkoop van de producten (inkoopwaarde) nog er vanaf halen (dit heeft hij/zij al betaald of moet het nog betalen) en natuurlijk ook de overige kosten (bedrijfskosten) zoals huur, verzekeringen, gas/water/licht en lonen. De omzet is te berekenen door de prijs per product te vermenigvuldigen (verkoopprijs) met het aantal verkochte producten (afzet).
Omzet (verkoopopbrengst) = verkoopprijs x afzet
Nettoresultaat berekenen
Als je van de omzet (verkoopopbrengst) de kosten van de inkoop (inkoopwaarde) afhaalt krijg je de brutowinst. Dit is een belangrijke graadmeter voor ondernemers, van de brutowinst moeten namelijk alle andere kosten en de ondernemersbeloning (winst) betaald worden.
Als je van de brutowinst alle overige kosten (bedrijfskosten) haalt dan hou je de beloning van de ondernemer over. Als er geld onder de streep overblijft heeft de ondernemer nettowinst als er te weinig geld is en er geld bij moet, dan is er een nettoverlies.
Omzet (verkoopopbrengst) - inkoopwaarde = brutowinst Brutowinst - bedrijfskosten = nettoresultaat Omzet Inkoopwaarde (-) ------------ Brutowinst Bedrijfskosten (-) ------------ Nettoresultaat (positief getal is nettowinst, een negatief getal is nettoverlies)
Verkoopprijs berekenen
Als een ondernemer een product heeft ingekocht moet hij/zij bepalen voor welke prijs hij/zij het wil verkopen. De ondernemer moet dus inschatten hoeveel kosten er zullen zijn en hoeveel winst de ondernemer wil behalen. Door dit over alle producten te verdelen die de ondernemer hoopt te verkopen, kan er een verkoopprijs worden berekent. Veel ondernemers verhogen daarvoor de producten met een percentage van de inkoopprijs om de verkoopprijs vast te stellen.
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
Consumentenprijs berekenen
Als een ondernemer heeft vastgesteld voor welke prijs het product verkocht kan worden, dan komt de overheid met de belasting (btw). De btw verhoogt de verkoopprijs met een percentage (in Nederland is dit nu 9% voor basisbehoeften zoals eten en drinken en 21% voor luxe producten). Omdat de belasting over de verkoopprijs komt is de consumentenprijs dus gelijk aan 109% of 121% en zal je dus om de verkoopprijs te berekenen hier rekening mee moeten houden (dus nooit 9% of 21% berekenen van de consumentenprijs).
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
verkoopprijs (100%) + btw (9% of 21%) = consumentenprijs (109% of 121%)
- Van consumentenprijs naar verkoopprijs -> delen door 109 of 121 x 100
- Van consumentenprijs naar btw -> delen door (109 of 121) x (9 of 21